Deze villa aan de Kloosterweg in Valkenburg is een rijksmonument, want het is een prachtig bewaard voorbeeld van de gotische architectuur. In 1825 door de Maastrichtse bankiersfamilie Tielens volledig uit mergel gebouwd en de afgelopen jaren minutieus gerestaureerd door de huidige bewoners. Geheel in stijl zijn op het parkachtige terrein ook een garage en een zorgwoning gerealiseerd.
Het projectteam:
De historie van de villa
Villa Jacoba kent een rijke historie. Navigeer hieronder naar de verschillende hoofdstukken.
1. Bezitters en bewoners in de 19e eeuw
2. De Jacoba Villa – door Miel Bruls
3. De ligging van de Jacoba
4. De openbare verkoop van villa Jacoba
5. Het geheime testament van Helena Tielens van 1886
6. De heilige Rochus
7. Het museum
“Een ware beleving die zeker sinds de volledige restauratie in 2000, ook geen concessie doen aan het hedendaags comfort en woongenot” luide de tekst van de verkoper. Die ‘volledige’ restauratie wilde onze architect Jac Hendrix eens van dichtbij bekijken….
Het bleek dat het bouw/leef afval van de vorige 200 jaar als isolatie diende. Dit was de belangrijkste reden om het gebouw toch wat verder te openen en wat we tegenkwamen was niet alleen zorgelijk maar op sommige plaatsen ook gevaarlijk. Hieronder een kleine impressie van de door boktor weggevreten vloerbalken, geplaatste rookkanalen zonder dichtingen, missende steunbalken (slapers) van de dakconstructie, enz.
De eerste bezitter is de bankier Konrad Joseph Tielens, die in 1814 in Maastricht trouwde met Ida Maurissen * 8 – 12 – 1792. Hij was een zoon van Johan Tielens en Gertrud Coenegracht uit Maastricht. Joseph Tielens, wijnkoopman en rentenier in de Hoensstraat in Maastricht, overlijdt op 6 maart 1827, 33 jaar oud, als de z.g. villa Jacoba wordt gebouwd. Uit het huwelijk zijn 5 dochters geboren; Helena, Anna, Rosa, Josephine, Angelique en Dora Tielens. Op de kadasterkaart van 1840 is de weduwe Tielens – Maurissen de hoofdbewoner van de villa te Valkenburg. Ida Maurissen is niet alleen bankier en rentenier, maar zij is ook grootgrondbezitter van vele landerijen rond Meerssen en Valkenburg. Opvallend is het grote aantal huwelijken tussen de vermogende familie’s Tielens, Maurissen en Coenegracht o.a. Adrien Maurissen in 1804 met Odilia Coenegracht en Victor Tielens in 1856 met Francisca Coenegracht. Van betekenis is hierbij zeker geweest, dat kapitaal en grondbezit bijeen moesten blijven. Tielens is een familie van bankiers in Maastricht. Ida Maurissen overlijdt op 83 – jarige leeftijd op 10 december 1875 in Maastricht, waar ze ook een woning bezat. Haar oudste dochter Annette Tielens trouwt in 1843 met Konrad Adolphe Heucken, die op 20 april 1820 in Aken geboren is.
Het echtpaar Heucken – Tielens heeft 6 kinderen, die later tot de erfgenamen behoren. Annette Tielens overlijdt op de Jacoba – villa op 18 augustus 1861 na de middag om 5 uur op 43 – jarige leeftijd. Tot de erven van de villa behoren ook de kinderen van Rosa Tielens en Otto Thomas Coenegracht. Ook Rosa Tielens sterft met 55 jaar in de z.g. Jacoba – villa op 27 oktober 1870. De jongste dochter van Joseph Tielens, Josephine Tielens trouwt in 1850 met Emile de Nocker. Ook de kinderen van het echtpaar Nockens _ Tielens zijn erfgerechtigd. Omstreeks 1850 is Helene Tielens als bezitster opgevolgd door Joseph Heucken, zoon van Konrad Heucken en Anna Tielens, en koopman in Aken. Het herenhuis heeft als kadastemummer 829 terwijl de tuin als no. 860 wordt aangegeven. De weduwe Tielens wordt op de kadastrale kaart van 1842 als eigenaresse aangemerkt. Het grondstuk wordt in de 19e eeuw het Schildstuk genoemd. De villa wordt bij het kadaster het eerst genoemd in 1842, omdat in dat jaar het kadaster begint. In 1849 schijnt er een splitsing op te treden. Omdat het pand in de 1ge eeuw in de familie blijft en alleen door erfopvolging een nieuwe bezitter krijgt, zijn er geen koopaktes aanwezig.
De Jacoba – villa ligt omstreeks 1900 evenals de omgeving van het station Valkenburg op het grondgebied van de gemeente Hulsberg. Daarom worden ook alle dopen, trouwen en overlijdens in de 19e eeuw aangegeven in Hulsberg. Hieraan komt een einde als in 1940 de Emmaberg tot de spoorlijn aan Valkenburg wordt toegewezen. De grondstukken liggen op de kaart in sectie D van Hulsberg. D 18 = klooster D 17 woning stationschef Prins of Snel D 14 Harry Wijsbek gehuwd met een dochter van Emile Caselli, hij noemt zich later Harry Caselli. D 13 Jan Kesselkoul X Maria Corbey rentenierster.
Villa Jacoba ligt op de hoek van de provinciale weg en de Kloosterweg. Tegenover het station ligt Hotel Boshouwers – Hoen, eerder hotelier Wilhelm Kessel en ernaast D 2, op de plaats van het nieuwe gemeentehuis villa ” Dersaborg” van George Wehry, rentenier X Leonie Casalette. Zij hadden veel dienstpersoneel een koetsier en een Engelse tuin. Aan de grote weg naar Houthem lag op de hoek Hotel Vossen. ( D3 ) Hier woont ook Corneli Maria Georgina, echtgenoot van Robert de Selys. En dan woont op D 1 Georgina de Selys Franson rentenierster. Op D4 koopman Hubert Teheux en zijn schoonzoon Pieter Vossen. Stationschef Karel Crolla woont ook op D 4. Op D
6 woont de Jood David Caen en zijn zoon Mozes. De kooplieden Jan Ubaghs 1893 Herman Weinhold 1897 en Jan Klingen 1908. Het grondgebied rond het oude hotel Schaepkens – St. Fijt heeft de volgende kadaster nummers : Schaepkens 1393, Samuel 1396 en Soons 1396. Wellicht waren Joodse burgers de bezitters b.v. David Caen, Mozes Caen en Samuel, of was het de baron Corneli de Selys Franson, de echtgenoot van Maria Corneli In dit huis ook de kooplieden Jan Ubaghs 1893 Herman Weihold 1897 en Jan Klingen 1908. Op D.19 woont de baanwachter Ferdinand Winnen.
In deze villa ( D 6) oostelijk van Hotel Schaepkens St, Fijt woont in 1880 de commissaris der koningin, Louis van der Maesen de Sombref * 1825 Maastricht. Er zijn 3 dienstmeisjes werkzaam. In 1899 wordt een zoon geboren Ludovicus van der Maessen de Sombref, die de titel krijgt van jonkheer. Deze villa wordt later bewoond door Ir. Groothof, directeur van de Staatsmijnen… Ook woont daar ergens eind 1880 de ingenieur Pierre Nagaut
* 1839 Luik en Elise Steeners met 7 kinderen. In 1898 woont op dit adres de fabrikant Louis Delphine le Grand* 1839 Amsterdam. Hij is getrouwd met Jacoba Pflughaust * 1849 Amsterdam Zij hebben 2 dochters en een zoon Frederic Louis le Grand
Vanaf 31 mei 1903 wonen in villa Jacoba met nummer 13, de Franse kloosterzusters van de kongregatie van de H. Familie. Ze behoren tot het Couvent Notre Dame de Bon Conseil. Eerst de nonnen Marie Louise Houce, MariePochou,FloreLegerenMarieAnneLivert.Van1december1909huizen er 10 zusters : Marie Amelie Pivert ( overste ), Adele Roussignol, Virgine Hoguet, Philomene Angelique Gicquel, Rosalie Blanchard, Berthe Sergent, Victoire Huet, Marie Piclwus, Floren Lejeau en Elise Dreyes. Ze zi.jn alien geboren in Frankrijk. Ook op D – 13 hebben gewoond Johan Kesselkoul en MarisCorbey…
In 1919 is de villa, D – 14, eigendom geworden van Henri Wljsbek, die zich Caselli noemt, omdat hi) getrouwd is met een dochter van Emile Caselli, de eigenaar van de Franse Molen in het centrum van Valkenburg en de stichter van de Steenkolenmijn in de Daelhemerberg. Emile Caselli neemt de villa over van de Franse zusters. In 1921 maakte Henri Wijsbek – Caselli kennis met de Brabantse schilder Jan Kruysen en werd de beschermheer en bewonderaar van deze begenadigde kunstenaar. Villa Jacoba werd gemild met de doeken van Jan Druysen, die in 1938 overfeed. Mevrouw Alicia Wijsbek beheert de werken van Kruysen, waar ze middenin woont. Haar levenswens is er een museum van te maken.
De familie Caselli is afk:omstig uit diverse plaatsen o.a, Lille, Luik, Bavais, Austerlitz, Cosenza en zelfs in 1740 in Alexandrie. Maar ook kasteel “den Dijken “in Spaubeek was in bezit van Ferdinan d, Julien Caselli en Marie Therese de Negri. De villa wordt daarna eigendom van een Roermondse meubelgroothandel, die er grate toonkamers ( 1000 ca ) van maakt. Later is er het werelddierenpanorama gevestigd en de prehistorische saurussen vinden zelfs een plaats in de tuin.
In 1970 wordt de Jacoba – villa weer ingericht om meubels aan de man te brengen door Jan Mullens. In de tuin zullen tuinmeubels te zien zijn. De zakelijke belangen van de familie Caselli werden behartigd door de notarissen Palmen en Roebroek uit Valkenburg en Lemmens uit Klimmen.
In 1919 is de villa, D – 14, eigendom geworden van Henri Wijsbek, die zich Caselli noemt, omdat hij getrouwd is met een dochter van Emile Caselli, de eigenaar van de Franse Molen in het centrum van Valkenburg en de stichter van de Steenkolenmijn in de Daelhemerberg. Emile Caselli neemt de villa over van de Franse zusters. In 1921 maakte Henri Wijsbek – Caselli kennis met de Brabantse schilder Jan Kruysen en werd de beschermheer en bewonderaar van deze begenadigde kunstenaar. Villa Jacoba werd gevuld met de doeken van Jan Druysen, die in 1938 overleed. Mevrouw Alicia Wijsbek beheert de werken van Kruysen, waar ze middenin woont. Haar levenswens is er een museum van te maken.
De familie Caselli is afkomstig uit diverse plaatsen o.a, Lille, Luik, Bavais, Austerlitz, Cosenza en zelfs in 1740 in Alexandrie. Maar ook kasteel “den Dijken “in Spaubeek was in bezit van Ferdinand, Julien Caselli en Marie Therese de Negri. De villa wordt daarna eigendom van een Roermondse meubelgroothandel, die er grote toonkamers (1000 ca) van maakt. Later is er het werelddierenpanorama gevestigd en de prehistorische saurussen vinden zelfs een plaats in de tuin. In 1970 wordt de Jacoba – villa weer ingericht om meubels aan de man te brengen door Jan Mullens. In de tuin zullen tuinmeubels te zien zijn. De zakelijke belangen van de familie Caselli werden behartigd door de notarissen Palmen en Roebroek uit Valkenburg en Lemmens uit Klimmen.
De Jacoba – villa ligt omstreeks 1900 evenals de omgeving van het station Valkenburg op het grondgebied van de gemeente Hulsberg. Daarom worden ook alle dopen, trouwen en overlijdens in de 19e eeuw aangegeven in Hulsberg. Hieraan komt een einde als in 1940 de Emmaberg tot de spoorlijn aan Valkenburg wordt toegewezen. De grondstukken liggen op de kaart in sectie D van Hulsberg. D 18 = klooster D 17 woning stationschef Prins of Snel, D 14 = Harry Wijsbek, Villa Jacoba ligt op de hoek van de provinciale weg en de Kloosterweg. Tegenover het station ligt Hotel Boshouwers – Hoen, eerder hotelier Wilhelm Kessel en ernaast D 2, op de plaats van het nieuwe gemeentehuis, villa ” Dersaborg” van George Wehry, rentenier X Leonie Casalette. Zij hadden veel dienstpersoneel een koetsier en een Engelse tuin.
Aan de grote weg naar Houthem lag op de hoek Hotel Vossen. ( D3 ) Hier woont ook Corneli Maria Georgina, echtgenoot van Robert de Selys. En dan woont op D 1 Georgina de Selys Franson rentenierster. Op D4 koopman Hubert Teheux en zijn schoonzoon Pieter Vossen. Stationschef Karel Crolla woont ook op D 4. Op D 6 woont de Jood David Caen en zijn zoon Mozes. De kooplieden Jan Ubaghs 1893 Herman Weinhold 1897 en Jan Klingen 1908. Het grondgebied rond het oude hotel Schaepkens – St. Fijt heeft de volgende kadasternummers : Schaepkens 1393, en er tegenover Samuel 1396 en Soons 1396. Samuel grenst aan het nieuwe huis van Henry Wijsbek.
Hier wonen ook Joodse burgers b.v. David en Mozes Caen, en de baron Corneli de Selys Franson, de echtgenoot van Maria Corneli. De Selys vestigt zich in 1865 in de gemeente Hulsberg. Hij verblijft er tot 1880 en woont later op zijn kasteel in Houthem. De Selys is van 1891 tot 1894 burgemeester van Houthem. Aan de Nieuweweg, D 6, in de villa oostelijk van Hotel Schaepkens St, Fijt woont in 1880 de commissaris der koningin, Louis van der Maesen de Sombref * 1825 Maastricht. Er zijn 3 dienstmeisjes werkzaam. In 1899 wordt een zoon geboren Ludovicus van der Maessen de Sombref, die de titel krijgt vanjonkheer. Deze villa wordt later bewoond door Ir. Groothof, directeur van de Staatsmijnen..
De familie Caselli is afkomstig uit diverse plaatsen o.a, Lille, Luik, Bavais, Austerlitz, Cosenza en zelfs in 1740 in Alexandrie. Maar ook kasteel “den Dijken “in Spaubeek was in bezit van Ferdinand, Julien Caselli en Marie Therese de Negri. De zakelijke belangen van de familie Caselli werden behartigd door de notarissen Palmen en Roebroek uit Valkenburg en Lemmens uit Klimmen. Henry Wijsbek is kontroleur de belastingen in Maastricht.
Wijnkoopman Edmond Napoleon Holmann uit Maastricht biedt f8.000 voor het herenhuis met veranda, lusttuin en aanhorigheden, groot 42 are en 71 ca, Stalling en terrein op het 1e perceel naast het voorgaande, no 941 en 1298, zijn groot 35 are 80 ca. Het 2e terrein naast voorgaande, no. 1298, is groat 41 are 71 ca. Het 3e terrein naast voorgaande en van der Maessen de Sombref, no, 1298, is groot 47 are 70 ca. De 3 onbebouwde percelen zijn tesarnen 125 are en 20 ca groat. De Jood Mozes Caen biedt er f 7.762,40 voor. Vermeerderd met de f 8.000 van Holmann voor de Jacoba – villa zouden de erfgenarnen f15.762,40 ontvangen. Dan brengt aannemer Hubert Habets, die tegenover het station woont, een bod uit op de totale bezittingen van f 17.000. en de bezitters gaan hiermee meteen accoord.
De koopsom moet betaald worden als volgt : een tiende voor de 1e mei, de overige 9 gedeelten voor de 1e december 1902. Emanuel Heucken is van alle voorgeschreven percelen mede eigenaar voor 23, honderd twintigste gedeelten, meer dan 1/ 5 deel.
Habets verkoopt in 1903 de villa aan de zusters.
Akte IL
Binnen een jaar verkoopt Hubert Habets op 16 april 1903 de villa voor f 12.960 aan de zusters. Dat hij hiermede een grate winst maakt is zeker, bovendien bezit hij voor de resterende percelen voor f4.000 grand, die meer dan het dubbele waard blijkt te zijn.
Voor de villa ontvangt hij f 12.960 van 2 zusters uit het klooster Sacre Coeur te Heer : Marie Leraye ( zuster Emiliani ) en Marie Louisa Menard (
zuster Marie Zeonard) Contant wordt er betaald f 4.320 en de rest f 8.640 over 5 jaar in termijnen a 4 % rente. Op 1 april mogen de zusters al over de villa beschikken.
Vanaf 31 mei 1903 wonen in villa Jacoba met nummer 13, deze Franse k:loosterzusters van de kongregatie van de H. Farnilie. Ze behoren tot het Couvent Notre Dame de Bon Conseil, dat vanwege het anticlericale beleid van de socialistische regering Frankrijk hebben moeten verlaten. De eerste nonnen zijn Marie Louise Houce, Marie Pochou, Flore Legeri en Marie Anne Livert.
Zusters verkopen het klooster in 1903 aan… de zusters.
Aktem.
Reeds na 5 maanden, op 26 september 1903, wordt het klooster opnieuw verkocht door de zusters Marie Louise Menard (Heer), Alexandrine Lemeunier ( Bressoux ), Marie Joseph Chevalier ( Hoesfelt ) , Juliet Jagot ( Hoesfelt ) en Madeleine Lebrun ( Lank:laar ) Marie Leraye Maasbracht en Marie Louise Menard, krachtens volrnacht van september 1903. Zij verkopen alle lasten en hypotheken aan de Vereniging de Heilige Farnilie te Roermond, vertegenwoordigd door Elise Lecomte in Roermond, presidente van het Bestuur der Vereniging De vertegenwoordiger van de zusters is Simon Ekers, notarisk:lerk te Roermond.
Verkocht wordt huis, tuin, park en stallingen, kadaster 829 – 860 alsmede een k:lein gedeelte no. 1310 groat 43 are en 99 ca voor de som van f 12.960, waarvan hypotheek f 8.640. 21 september 1903 wordt de akte opgemaakt
No.1 bezit 5 onderhandse volmachten, die betrekking hebben op no. 1 – 2 – 3
– 5 – 7 – 8 – 13, geregistreerd te Meerssen 7 – 12 – 1900. ook no.4 – 6 en 14
– 15 – te Meerssen. 9 – 10 – 11 – 12 erkend door de notaris.
De bovenstaande volmachten zijn geregistreerd te Meerssen 7 – 12 – 1900
De verkoping van de Jacoba – villa etcetera is bevolen door de Arrondissementsrechtbank te Maastricht van 29 september 1901. De laatste eigendomsbewijzen zijn het genoemde geheime testament van wijlen Helene Tielens voor notaris Jasse te Maastricht opgemaakt op 20 februari 1886 en de akte van koop en verkoop voor notaris Jan Leonard Palmen te Valkenburg van 20 juni 1899, waarvan de overschrijving onbekend is. De goederen hebben de tegenwoordige eigenaren verworven krachtens de wettelijke erfopvolging van wijlen Rosa Coenegracht – Tielens, Maria Silverijser – Coenegracht, Adolphe Coenegracht, Joseph Heucken, Annette Heucken – Tielens, Josephine de Nocker – Tielens, Ignace de Nocker, en Dorothea Heucken. Meerdere eigendomsbewijzen zijn aan de partijen niet bekend.
door notaris Palmen met als getuigen Emanuel van den Broek, opzichter Rijkswaterstaat en Jozef Reijnders notarisklerk, beiden uit Roermond. Van 1 december 1909 huizen er 10 zusters : Marie Amelie Pivert ( overste ), Adele Roussignol, Virgine Hoguet, Philomene Angelique Gicquel, Rosalie Blanchard, Berthe Sergent, Victoire Huet, Marie Pichous, Floren Legeau en Elise Dreyes * Amsterdam en de anderen zijn alien geboren in Frankrijk.
De zusters verkopen
Akte IV.
bun klooster in 1919 aanWijsbek.
16 – 11 – 1919 De navolgende 3 zusters verkopen het klooster aan Johan Hendrik Wijsbek :
De koper is Johannes Hendricus Wijsbek, architekt, weduwnaar van Jacoba Johanna Maria van der Meulen, wonend in de Akerstraat te Heerlen.
Akte V.
Verkoop van 2 huizen in Maastricht van Emile Caselli en Bernardina Stielen op 6 november 1919 in een Openbare Verkoop in cafe Suisse aan het Vrijthof door notaris Jan Theodor Quix te Maastricht.
1e huis: Wolfstraat sectie B no. 2146 groot 90 ca
2e huis: O.L.V. – Plein sectie B no. 1261, groot 1 are 50 ca
Waarschijnlijk heeft Caselli Wijnbek finantieel willen steunen bij de koop van de Jacoba – villa. Overlijden van Jacoba van der Meulen in 1918 te Heerlen.
In de winter van 1920, op 21 februari, wordt de erfenisakte opgemaakt i.v.m. het overlijden van de echtgenote van Harry Wijsbek. Wijsbek is niet getrouwd op huwelijkse voorwaarden. Als zijn bezit wordt genoemd :
Totaal fl 16.680
Passiva:
Timmerfabriek” Wijsbek en Soons” Heerlerheide f 24.648 Vergoeding aannemer Deckers van het bouwterrein f19.880
Totaal f 44.528
Rest aan activa f 72.152
Henri Wijsbek erft de helft f 36.080.
De 2 kinderen erven samen de andere helftf 36.080
De kinderen zijn na 1929 apart eigenaar van het huis. Hun voogd is Jan Baptist Wijsbek, commies der Posterijen te Maastricht. Sinds 1924 woont Harry Wijsbek met zijn 2 kinderen in de villa te Valkenburg. Als gedachtenis aan zijn overleden vrouw noemt hij het huis villa J acoba. In 1921 maakte Henri Wijsbek – Caselli kennis met de Brabantse schilder Jan Kruysen en werd de beschermheer en bewonderaar van deze
begenadigde kunstenaar. Villa Jacoba werd gevuld met de doeken van Jan Druysen, die in 1938 overleed. Mevrouw Alicia Wijsbek beheert de werken van Kruysen, waar ze middenin woont. Haar levenswens is er een museum van te maken. De villa wordt daarna eigendom van een Roermondse meubelgroothandel, die er grote toonkamers ( 1000 ca ) van maakt. Later is er het werelddierenpanorama gevestigd en de prehistorische saurussen vinden zelfs een plaats in de tuin. In de tijd tussen de beide wereldoorlogen wonen aan de Nieuwe Weg te beginnen aan de spoorwegovergang in de richting Hulsberg:
In 1970 wordt de Jacoba – villa weer ingericht om meubels aan de man te brengen door Jan Mullens. In de tuin zullen tuinmeubels te zien zijn. Miel Bruis Deweverstraat 21 6361 B.X. – Nuth 045 – 524.16.12 mielbruls@hetnet.nl
Enkele gegevens,
Aannemer Hub Habets is medeeigenaar van het rijtuigverhuurbedrijf van Nordhausen tegenover het station Valkenburg. Emanuel Heucken verkoopt in 1902 weiland D 1299, hij is hiervan mede – eigenaar met baron van der Maessen de Sombref.
In 1915 verkoopt Emanuel Heucken bouwland op de Heiberg D 339 te Hulsberg ( = Valkenberg) In 1917 verkoopt de industrieel Emanuel Heucken uit Aken weiland aan het Schildstuk D – 1398 groot 64 are en 69 ca. Emile Caselli verkoopt 2 huizen aan de Leeuwekuil C 1170 en C 1177 in de jaren 1925 en 1926 en hij verkoopt in 1928 grond aan de Nieuwe weg 27 perceel C – 1026.
Burgemeesters van Valkenburg:
H. Libourel 1800 – 1808
F.W. Quaedvlieg 1814 -1830 L. Smeets 1830 – 1832
J.L. Franssen 1832 – 1843 F.W.Quaedvlieg 1843 – 1848
J.L. Franssen 1848 – 1854
A.L. Smeets 1854 – 1870 Rogier Loisel 1870 – 1891
Burgemeesters van Hulsberg in de tijd van de villa Jacoba: J.W.Geilekerken 1816 – 1836
L. Sijben 1837 – 1842
W. Geilekerken 1843 – 1847 J.B.Schoenmaeckers 1847 – 1856 M.Acampo 1857 – 1878
H.H.Acampo 1878 – 1910 tevens secretaris
J.H.M.Acampo 1910 – 1923 tevens secretaris
M.A.H.A. Acampo 1923 – 1953
Harie Schetters is secretaris van Hulsberg van 1923 tot 1959.
Het renteniershuis met tuin en park en andere bijgebouwen, gemeente Hulsberg, sectie D no. 1324, groot 40 are en 15 ca. De koper heeft de 3 dames f 26.000 betaald, waarvan kwitantie. Voorwaarde is dat de koper op de 1e december a.s. over het huis kan beschikken. De verzekeringspremie is per 1 januari 1.1. voor de koper. De akte is gepasseerd in het klooster te Heer in het bijzijn van Joseph Eichler en Hubert Frederix, inwoners van Heer. De akte is getekend door de comparanten, getuigen en notaris Meeuwissen.
In 1919 is de villa, D – 14, aldus eigendom geworden van Harry Wijsbek, een zoon van Hendrik Wijsbek en Emily Caselli. Hendrik Wijsbek liet zijn naam veranderen in Caselli, omdat zijn schoonvader Emile Caselli, de eigenaar van de Franse Molen in Valkenburg, een opvolger verlangde. Emile Caselli was de stichter van de Steenkolenmijn in de Daelhemerberg. Het huisnummer van de villa wisselt steeds in 1903 D 13, in 1909 D 18.
Henri Wijsbek * 20 mei 1880 in Uden, was getrouwd met Jacoba Johanna Maria van der Meulen * 3 oktober 1878, Purmerend. Jacoba van der Meulen was een dochter van Hendrik van der Meulen en Wilhelmina Zijdenbos. Henry Wijsbek was vader van 2 kinderen ; Wilhelmina Hendrika Maria * 28 –
7 – 1909 den Haag en Anton Hendrik Comelis Wijsbek * 2 – 4 – 1915
Heerlen. Henri Wijsbek is uitvoerder op de Timmerfabriek en later directeur van de Timmerfabriek” Wijsbek en Soons” te Heerlerheide. Tragisch is het overlijden van de echtgenote Jacoba van der Meulen op 40 – jarige leeftijd op 16 augustus 1918 om 11 uur in de avond te Heerlen. Ook sterft in Heerlen een zoon Bernard Christiaan Wijsbek op 22 september 1919.
De familie Wijsbek woonde in de Stationsstraat en later op Akerstraat 40 te Heerlen, maar 3 maanden na de dood van Jacoba van der Meulen koopt haar man Hendrik Wijsbek de villa in Valkenburg, die hij van nu af villa Jacoba noemt. De koopakte wordt gesloten voor notaris Meeuwissen te Meerssen, en als verkoopsters zijn aanwezig de 3 zusters, die samen de directie vormen van de H. Familie ; Marie Anne Pivers, overste van het klooster van Roermond en Marie Rousseau, overste van het klooster St.
Marie te Bemelen en Marie Louise Menard, overste van het klooster Herel du Sacre Coeur. Van 12 april 1920 woont Harry Wijsbek in Valkenburg in villa Jacoba. Eigenaardig is het feit, dat het in 1921 tot een scheiding komt tussen Wijsbek en de kinderen. In 1924 woont Wijsbek Kloosterweg 22 – 23. Ook in 1929 vindt ruiling en scheiding van bezit plaats. In 1927 laat Wijsbek de bergplaats afbreken en bouwt een nieuwe op zijn perceel, Sectie D 1324. In 1931 woont Wijsbek op nummer E 75, en de huurder Albert Peters – Vaessen op nummer E 75a… Als Wijsbeks dochter, Wilhelmina, in 1939 trouwt met P.J.Reus uit Nice, vangt Henri Wijsbek aan met de bouw van een nieuw woonhuis op zijn grand sectie D 1551, die naast villa Jacoba is gelegen aan de Kloosterweg 75 E. In een brief aan B. en W. van Hulsberg zegt hij zelf op te treden als uitvoerder, dat de natuur ongerept zal blijven en dat het bestaand woonhuis tot museum wordt ingericht, zodra hij de nieuwe woning, bouwkosten f 8.000, heeft betrokken.
De bezitsaanspraken van alle erflaters berusten op het eind van de 1ge eeuw op het geheime testament van Helene Tielens, van 20 februari 1886 voor notaris P.J.H. Jesse te Maastricht. Helene Tielens * 1816, als dochter van Joseph Tielens en Ida Maurissen, is ongehuwd gebleven en wijst tot haar erfgenamen aan de kinderen van haar 3 getrouwde zusters :
1. Anna Tielens X ( 1843 ) Konrad Adolf Hubert Heucken
Anna Tielens sterft op 19 oktober 1861 in de namiddag om 5 uur in de villa nabij het station met 43 jaar. Haar man Conrad Adolf Hubert Heucken woont als koopman in Aken en wordt als eigenaar beschouwd.
De volgende kinderen komen in aanmerking als erflater : Maria Heucken X Joseph Vinckenbosch – woonplaats Hasselt Cornelia Heucken X Leo Vossen
Dora Heucken X Julius Hocks – woonplaats Wiesbaden Emanuel Heucken
Op 27 oktober 1870 overlijdt in de Grotestraat te Valkenburg Rosa Tielens, de echtgenote van de ontvanger der belastingen Otto Thomas Coenegracht. Het overlijden wordt aangegeven door haar zoon Adolf Jozef Coenegracht, die leerlooier is te Valkenburg. Volgens het geheime testament van zijn tante Helena Tielens behoren de kinderen van deze inmiddels overleden Adolf Coenegracht tot de erfgenamen
2 Rosa Tielens X ( 1843) Otto Thomas Coenegracht en hun kinderen: Anna Coenegracht lot
Regine Coenegracht lot
Maria Coenegracht + X Frans Silverijser Adolphe Coenegracht
3 Josephine Tielens X ( 1850 ) Emile de Nocker en hun kinderen Clotilde de Nocker lot
Adele de Nocker lot Emile de Nocker Ignace de Nocker lot
Alphonse de Nocker lot
Ook haar zus Angelique Tielens, religieuse, is erfgenaam
Lijst van erfgenamen in 1902 volgens de verkoopakte.
Akte I.
Op 22 april 1902 om 3 uur n.m. vindt in Hotel Belle Vue op de hoek van de Lindelaan in Valkenburg de openbare verkoop van de z.g. Jacoba – villa plaats, voor notaris Palmen uit Valkenburg. Als verkopers en recht op de erfenis worden meer dan 30 navolgende personen genoemd :
Leonie Elisabeth Ida Hubertina Heucken en Leo Alfred Hubert Konrad Heucken
Het echtpaar heeft 6 kinderen :
Emma Maria Margaretha Hocks Sophia Leonie Juliana Hocks Maria Cornelia Helena Hocks
Met 5 minderjarige kinderen : Paula de Nocker
Eduard de Nocker Sophie de Nocker Carl de Nocker Clemens de Nocker
Rochus
13e eeuw.
Pelgrim, manelaar.
Kerkelijke feestdag 16 augustus.
De heilige Rochus was afkomstig uit Montpellier in de Languedoc. Tijdens een pestepidemie in noord Italië verzorgde Rochus vele slachtoffers. Zijn legende vertelt dat hij op bedevaart naar Rome het uitbreken van de pest meemaakte en toen, van dorp naar dorp trekkend, vele zieken op wonderbaarlijke wijzegenas. Toen Rochus zelf in Piacenzamet de pest werd besmet, bracht een hond hem dagelijks een stuk brood Rochus genasen keerde gezond weer terug in zijn geboorte stad. Hier werd hij echter niet herkend en men wierp hem als een bedrieger in de kerker, waar hij omstreeks 1327stierf. Volgens een andere versie van de legende speelde een en ander in Lombardije en werdRochus er op het eind van zijn leven van beschuldigd een spion te zijn.
Op het concilie van Konstanz (1414-1418) werd de verering van Rochus goedgekeurd. In de latere middeleeuwen werd hij intensief vereerd als beschermheilige tegen de pest.
Uit; 125 Heiligenbeelden in de St. Janskathedraal te ‘s-Hertogenbosch. Uitbeelding in Sibbermergel. Pelgrim met pelgrimshoed Staf met geneeskrachtige oliën in kalebas.
